Als nieuwsanker bij Kanaal Z heb ik honderden mensen geïnterviewd. Vaak merkte ik dat mijn gesprekspartners het moeilijk vonden om een goede quote te formuleren. Mijn tip? Bepaal zelf wát je wil vertellen, maar sta open voor suggesties van de journalist over hóe je dat best doet. Want een journalist wil graag een goede reportage afleveren. En is dus gebaat met goede quotes. De journalist en jij: jullie zijn partners, geen vijanden. Ik geef je ook nog even mijn andere belangrijkste tips mee.

Probeer niet te defensief te reageren.

Het is de taak van journalisten om soms lastige vragen te stellen. Maar daarom zijn ze nog geen lastige mensen. Maak voor het interview even de tijd om het ijs te breken. Door over het nieuws van de dag te praten bijvoorbeeld, of de voetbalmatch van de avond ervoor. Ga daarna vol vertrouwen het gesprek aan. En vergeet niet: de moeilijkste vragen komen vaak op het einde. Blijf dus alert.

Meet de lengte van je quotes.

Een tv-reportage in een nieuwsuitzending duurt zelden langer dan 2 minuten. Dat betekent dat een journalist maximum 2 quotes zal kiezen van 20 tot 30 seconden. Zorg er dus voor dat je antwoorden niet te lang zijn. Anders sneuvelen er onvermijdelijk stukken tijdens de montage. En dan verlies je de regie over de communicatie.

Houd de boodschap simpel.

Hoezeer je zelf ook op de hoogte bent van datgene waarover je praat, de gemiddelde kijker heeft nauwelijks voorkennis. Maak je verhaal dus niet te complex. Te veel details werken niet, omdat je onderwerp daar dan in verdrinkt.

Bepaal 3 kernboodschappen en oefen ze in.

Weet op voorhand welke drie kernboodschappen er zeker in je verhaal moeten zitten. Oefen ze alvast even in met een collega, of alleen voor de spiegel. Stel ook een Q&A op (of laat er een opstellen door je adviseurs). 

Denk na over de plaats van het interview.

Een klein kantoortje is af te raden, want de cameraman heeft net veel ruimte nodig voor een mooi beeldkader. Doe het interview eventueel buiten, of laat de journalisten extra beelden maken in een productiehal waar er activiteit is. Of op een kantoor waar mensen aan het werk zijn. Dat vinden ze een meerwaarde. Je kan ook altijd zelf beeldmateriaal ter beschikking stellen. Let wel, dat zijn idealiter ruwe – dus nog niet gemonteerde – beelden.