We kregen de voorbije weken de vraag wel vaker van klanten die een tv-ploeg over de vloer kregen in het kielzog van een geslaagde persactie: draag ik een mondmasker voor het interview, of niet? Zo’n kapje verbergt immers belangrijke non-verbale communicatie die nuances aanbrengt in je betoog. Het antwoord op de mondmasker-vraag is niet eenduidig. Graag loodsen we je door het mijnenveld.

Consumentgerichte boodschappen

Kom je naar voren met een consumentgerichte boodschap, zoals Neckermann op 1 juli tijdens de vakantie-uittocht deed en ga je tussen de horden reizigers op Brussels Airport staan? Draag dan een mondmasker tijdens het interview. Wat je van je klanten, partners en werknemers verlangt, moet je zelf ook doen. Zo simpel is dat.

Expertise delen

Soms word je ook als expert naar voren geschoven in een breder item en kiest de tv-ploeg voor een buitenlocatie die de sfeer van het item goed uitademt of je neutraliteit benadrukt. Of voor een binnenlocatie. Denk bijvoorbeeld aan een (leeg) kantoorgebouw waar een expert van Acerta onlangs toelichting gaf over hoeveel vakantiedagen de Belg in de coronacrisis heeft opgenomen. Een mondmasker dragen hoeft dan niet. Tenzij uiteraard de wetgever daar anders over oordeelt (denk bijv. aan een zeedijk) of de interviewer het toch vraagt uit veiligheidszorgen over hemzelf en zijn crew.

Compenseer niet met overdreven handgebaren

Een kapje verbergt je non-verbale communicatie, waarmee je emoties en nuances uitdrukt: blijdschap, ernst, verrassing, teleurstelling,… Soms ga je proberen die communicatie te compenseren met overdreven handgebaren. Probeer dit te vermijden. Handgebaren helpen wel degelijk in een communicatie. Maar overdreven gesticuleren is vooral storend. Probeer in je verbale boodschap, indien nodig, meer emotie te leggen. Dat kan door een emotie te benoemen: ‘Uiteraard zijn we enorm blij…’, ‘We voelen toch teleurstelling binnen de sector’,…

Reclame op het kapje?

Sommigen zullen geneigd zijn om reclame op het mondkapje te laten aanbrengen. Dat raden wij af. Doorgaans valt dit niet in goede aarde bij de journalist, en creëer je dus al een pak minder goodwill naar de toekomst toe. Bovendien werkt dit storend voor de kijker, degene die je net met je boodschap wil bereiken. Alleen breed gedragen geliefde merken, zoals voetbalclubs of festivals, komen ermee weg. Sterker nog: ze krijgen ze zelfs verkocht.